Posted on Leave a comment

Nikopol, een vader-zoon relatie

(2023) Nikopol valt bevroren uit de hemel en krijgt een metalen vervangbeen van de god Horus. Maar in een mislukte poging van Horus om zijn collega-goden te blokkeren, bevrijdt het duo Parijs van de fascisten. Het eindigt in een stuk steen voor Horus, in de psychiatrie voor Nikopol en aan het hoofd van Parijs voor Niko jr.

(2025) De bevrijding van Horus doet Nikopol bij zinnen komen. Ze vinden elkaar in Berlijn, waar ze Jill Bioskop ontmoeten, die Londen ontvluchtte na de dood van haar extraterrale minnaar John. Het trio vertrekt op avontuur, achtervolgd door de vliegende piramide met de andere goden.

(2034) Nikopol jr rekent af met voormalig fascistisch dictator J.F. Choublanc en verlaat Parijs (en de politiek) om zijn vader te gaan zoeken.

Hij vindt een onafgewerkte film (de zoveelste van de Dembi-Dolo studio’s). 8 jaar geleden gemaakt… Waarna hij de trein naar Equator-City neemt, zoals ook Helena Prokosj-Tootobi, buiten-genetica experte.

In de stad ziet Niko zijn vader op oneigenlijke wijze (die Horus toch!) een boks-schaakgevecht winnen van de regerende wereldkampioen-blaaskaak. Helena vindt geen sporen van een buitennormele geboorte.  Zoals het Horus betaamt, heeft hij namelijk netjes (nu ja) sporen en getuigen van de bijzondere bevalling van Jill opgeruimd.

De goden herenigen zich, terwijl zoon en vader worden gescheiden. De zoon, wegens verwarring met de vader, wordt ingevroren de ruimte ingeschoten. De val van de piramide op de stad veroorzaakt de val van het kwintet dictators. Dictatorschap is van alle huidskleuren.

Nikopol herbouwt zich na het vergeten. Baudelaire raaskallend. Jill werkt een film af na het vergeten. Zal Niko binnen 30 jaar bevroren op zijn beurt terugkeren?

Koude Evenaar is het laatste deel in de Nikopol trilogie van Enki Bilal, die begon met het politieke Kermis Der Onsterfelijken en het romantische Lady in Blue.

Met hun halfgare nationalisme, hun beperkte godsdienst, hun onkunde in de omgang met macht.

(De goden over de mensen)

Posted on 2 Comments

Nikopol, door vrouwenogen

(2023) De bevroren Nikopol krijgt een metalen been van de god Horus. Alhoewel ze samen Parijs bevrijden van de fascisten, verliest Horus tegen zijn collega-goden (kan niet verhinderen dat ze brandstof krijgen). Hij eindigt in een stuk steen. Nikopol in de psychiatrie, en Nikopol jr. aan het hoofd van de stad.

(2025) Terwijl enkele ruimtestommelingen Horus bevrijden uit zijn losgekomen stuk piramide, wat Nikopol doet ontwaken uit zijn lethargie, brengt de blauwe journaliste Jill Bioskop in Londen verslag uit van de etnische conflicten. Nadat haar lichtschuwe, dubbelslachtige partner John schijnbaar omkomt bij een aanslag (een bom in een gipsen namaakbom van Freddy Bombex?) vlucht ze onder een stigma van rood naar Berlijn. Berlijn wordt het vertrekpunt van een avontuur naar de warme (?) evenaarsgebieden met vogelkop en Nikopol.

Lady in Blue, het tweede deel van de Nikopol trilogie van Enki Bilal, is grotendeels avontuur en romantiek, wat het een beetje een a-typisch vervolg maakt van het eerste deel, dat een politieke allegorie was.

Een ware delicatesse is de ‘echte’ krant die werd toegevoegd aan het stripalbum. Het betreft De Morgen dd. 14 oktober 1993. Het is de extra bijlage waarin de krant de verslagen publiceert die ze ontving van Jill Bioskop vanuit 2025, verstuurd met de Script-Walker. Van de extra redactionele beschouwingen beseft de lezer dat ze nonsens zijn (die immer-cynische Bilal toch). Omdat de lezer de toekomst kent. 1993 is het jaar van de verbanning van Nikopol. En 6 jaar voor de geboorte van de blauwe journaliste.

Wordt vervolgd in “Koude Evenaar”.

Posted on Leave a comment

Nikopol, in vogelperspectief

(1993) Alcide Nikopol, deserteur van de Chinees-Russische Crisis, wordt ingevroren de ruimte ingeschoten, onder bewaking van de robot XB2.
(2023) De capsule met Nikopol daalt neer in het Parijs dat bestuurd wordt door de Phalocratische fascist J.F. Choublanc, broer van paus Theodule I.

Nikopol verliest bij de harde -want (nog steeds) bevroren- landing een been. Maar de god Horus vervangt het door een perfect gemodelleerde tramrail. Omdat hij in de parasietvrije Nikopol het perfecte vehikel (letterlijk) ziet voor wraak op zijn al even onsterfelijke collega goden.

Nadat ze samen (nu ja) in een bloedige ijshockeywedstrijd de Zwarte Pijlen verslaan, nemen ze eerst de macht over van de gouverneur om, ondanks een geslaagde sluipmoord op Nikopol, vervolgens de verkiezingen te winnen. Horus echter verliest de strijd met zijn onsterfelijke soortgenoten, die van de nieuwe machthebbers de brandstof krijgen voor het ietwat verouderde aandrijvingsmechanisme van hun vliegende piramide (van een ‘kermis’ gesproken).

De eindelijk hoofdpijnloze Nikopol verliest alle contact met de wereld ten voordele van Baudelaire, terwijl zijn gelijkjarige zoon het wankele Parijs nieuwe, gedesinfecteerde richtingen uitstuurt. Daarin overigens hardnekkig tegengewerkt door de underground gegane restanten van de voormalige fascisten.

Enki Bilal bracht met Kermis Der Onsterfelijken, het eerste deel van de Nikopol trilogie, een bijzondere allegorie over macht, politiek, dictatuur, godendom en tirannie. Beschouwingen over de rol van de media sluipen grafisch heerlijk binnen als krantenknipsels.
Bilal transporteert het verleden naar een toekomst. Bolsjewieken en fascisten tegen een Middeleeuwse achtergrond van verstrengeling van kerkelijke en burgerlijke macht. Zijn cynische hoofdvertolker wijst ons op het gevaar van geestelijke erfgenamen van Hitler, Mussolini, Stalin en co.
In een zeer herkenbare stijl, waarbij elke prent wel een schilderij lijkt. Te weinig ogen voor de vele schitterende luchtmobielen en futuristische wezens, objecten, gebouwen en landschappen.

Wordt vervolgd door Lady in Blue.

Posted on Leave a comment

De Herleesbaarheid der Zinnen

Ik herlees niet vaak (genoeg) een boek. Stapels ongelezen spul. Gelukkig genoeg lees ik nog veel minder vaak een boek niet uit. Heiligschennis.

Ik las de Helaasheid Der Dingen van Dimitri Verhulst bij verschijning begin 2006. En heb het herlezen bij aanschaf van de verfilming op DVD.

In een reeks miniaturen portretteert Verhulst een familie. De schrijver bootst een wereld na en creëert literaire personages (complex, artistiek, ingewikkeld) waardoor de reële familie hem ontvalt. Achtergelatenen. Een duidelijk geval van overstijging en ontgroeiing. Want Verhulst denigreert, veroordeelt noch verheerlijkt in zijn licht-naturalistische schets met tinten van tederheid, begrip en liefde. Jammer van de overmatige focus op en compleet oninteressante vraag naar het zogenaamd autobiografische.

Spelen mee: Potrel (meer broer dan nonkel), ikke (ook wel: Kleine -met hoofdletter!-; soms Dimmetrieken), Meetje (grootmoeder), de Pie (mijn vader, ook wel: Pierre), nonkel Zwaren, nonkel Herman en Roy Orbison. Wij. De Verhulsten.

In: Tante Rosie komt van Brussel naar huis, naar Reetveerdegem. En doet ons schaamte kennen. Terwijl nichtje Sylvie André-met-de-schijtzak leert kennen (wat, haar vader?) en met haar eerste pintje de dwergen aftroeft. Het wonder is geschied. Mijn pruim is nat en ‘t regent niet. Tot Oncle Robert de voormalige godin aan haar haren huiswaarts sleurt.

Van Palmier, een oude heks die stonk naar vis, hadden we schrik. Maar van haar hond nog meer, zeker nadat we haar puppies in een ton verzopen. En niemand weet waar dat wraakzuchtig beest rondhangt.

Mijn vader werd knap tweede in de wedstrijd naaktfietsen van Omer van de Liars Pub. Een jaar later wint onzen Herman bij Omer het wereldrecord zuipen. En rijdt zichzelf en een stel gangsters in een ‘comateuze toestand’. Wat ene politiesnotter aan Meetje niet uitgelegd krijgt in ‘t midden van de nacht. Maar Herman krijgt toch lekker een medaille.

Continue reading De Herleesbaarheid der Zinnen

Posted on Leave a comment

Mijn leven als Echograaf

Verslingerd was ik al aan het werk van Yves Petry. En dat dhr. Petry letterlijk leeft voor en van de literatuur was me ook al ter ore gekomen.

In Mijn Leven Als Foetus beschrijft hij op krachtige wijze, in de rijke taal hem eigen en met gepaste mengeling van pretentie en zelfironie hoe allesomvattend zijn literaire bestaan is.

Vergelijken met een bouwproject gaat niet op. Want organische chaos is het. Het Schrijven. Het (draag)moederschap levert evenmin een basis voor vergelijking. Nee, want Yves Petry valt als schrijver samen met zijn vrucht, het geschrevene. Boek en schrijver verenigd in de foetus als het ware. Artistieke identiteit. Ook bij de lezer vereist. Waarna
schrvr zkt geschikte lzr.

Laat maar komen, dat nieuwe werk: De Maagd Marino (2010).

Deze prenatale bekentenis, een kleinood in elke betekenis, is het eerste deel in de Belgica reeks onder supervisie van de letterverslaafde Dirk Leyman. Uitgaves zijn voorzien per 3 delen. En ik heb nu al spijt dat ik deel 2 niet meenam, zijnde “Vijf Grotesken” van Paul van Ostaijen.

Posted on Leave a comment

Europa Republic Dada

Een filmscript. Waarin Paul van Ostaijen zijn voorliefde voor de jazz integreert met zijn persoonlijke beleving van -bloedig neergeslagen- burgeropstanden, allemaal in het na-oorlogse Berlijn. De Dada uit beeld geschreven. De Bankroet Jazz. Pleite. De tekst in boekvorm leest lekker beeldend en werd meer dan 80 jaar na creatie… verfilmd.

Het kriebelt. In de stad. Steden. Dada. Op een jazzy ritme. Een consortium wordt opgericht. De revolutie verspreidt zich. Op een jazzy ritme. Zelfs de Reichsminister en zijn gewapende milities krijgen het geweldloze geweld niet doodgeschoten. Schiesst noch was, Noske. Iedereen danst. En is rentenier! Dankzij immer groeiende kortingen op staatsbons van immer groeiende waardestijgingen.

De Europese wereld wordt dada, maar even snel gaga. Het humanistisch optimisme verzuipt. En geen grote contemporaire mensevrienden, noch een ernstig jongmens als Charlie Chaplin, krijgen de zaak nog gered. Da da kabaret, daaaag. Geld is alles. C’est la B A N Q U E R O U T E, quoi.

Kleuren, dans, beweging. Sfeer. Samengeknipt met beelden uit verschillende films uit de beginjaren 1900. Het procédé verhoogt de authenticiteit, maar laat minder ruimte om het script na te leven. ‘Charlot wordt gehangen’ was zelfs in de eerste versie geschrapt en kwam finaal niet meer voor. De herkenning van Charlot als profeet is bepaald eigenzinning. De tijd gaat niet de vuilbak in. De overgave van de kerk is nogal bloot. Er moest natuurlijk beeldmateriaal bestaan om het scenario zo goed als mogelijk te tonen. Maar het geheel is zeker bevredigend.

Antwerpen of Berlijn, het maakt niet uit. Van Ostaijen uit zijn wantrouwen tegen georchestreerde, grootse bewegingen die het individu uitschakelen.

Posted on Leave a comment

Het failliet van het Ideaal

Een filmscript. Wist ik niet. Alhoewel ik heel het gezegende jaar 1996 aan Paul van Ostaijen heb besteed (zijn 100e geboortejaar). Om mijn beeld zo helder mogelijk te krijgen, deed ik mij tegoed aan (selecties van) zijn gedichten (Music-Hall), zijn essays en kunstkritieken (De Poes Voldeed), zijn grotesken (Het Bordeel Van Ika Loch) en een handvol biografisch werk. Wat toch een breedbeeldbeeld is, niet?

Het voorwoord van De Bankroet Jazz is van de hand van Marc Reynebeau. Het is van vergelijkbare schriftuur als zijn knappe biografie Dichter In Berlijn. Dezelfde meeslepende stijl en een overtuigende reis in de tijd. Later is dat nog aangevuld met “Ik Heb Je Nog Steeds Zeer Lief”, de gebundelde briefwisseling tussen zot polleke en emmeke.

De twee gekende versies van het filmscript staan opgenomen, met telkens een facsimile -met de originele tekst van Paul van Ostaijen- en een uitgetypte weergave. De laatste, meest definitieve versie wordt gesitueerd in 1921, in zijn nadagen in Berlijn. De evolutie van versie 1 naar versie 2 is duidelijk. Meer detail. Minder schets. Een uitwerking in scènes (genummerd). Meer ritmische typografie zoals we die kennen van Bezette Stad en De Feesten Van Angsten En Pijn. Schrapping van de epiloog. Toevoeging van sterke, sfeerscheppende beginbeelden. Beide scenarios zijn goed leesbaar, zowel als pure tekst maar ook in je mentale vertaling naar beelden en enscenering. Lastiger zijn de muzikale aanduidingen.
En in de facsimile herken je het handschrift van de fantastische facsimile-uitgave van “De Feesten Van Angst En Pijn”.

Zijn film rekent verder af met de humanistische, ‘goede’ zielen, wat hij eerder deed op ‘poëties’ vlak (na Music Hall en Het Sienjaal). Net door de kennismaking met de gewelddadige realiteit van het na-oorloogse Berlijn. En in dezelfde lijn hekelde ‘Paus’ van Ostaijen de verburgerlijking, van jazz en Dada. Verhekeling zoals we die kennen van zijn grotesken.

Op nu naar de verfilming op de bijgevoegde DVD, en documentaires.

Posted on Leave a comment

Smaakvol, sprakeloos, adembenemend

Sprakeloos, de ode van Tom Lanoye aan zijn moeder (‘ouders’, vind ik eigenlijk), biedt veel. Meer. En nog meer. Woorden. Het geschreven bewijs dat minder… mìnder is.
Ik heb gelachen en gehuild, maar steeds intens genoten. Van de wilde, rijke taal. Van veel woorden en toch niets teveel. Van een auteur die niets meer te weinig wil zeggen.

In “Hij” wordt de moeizame ontstaansgeschiedenis van dit werk (roman?) geschetst. Met een gelouterd gevoel voor zelfspot. In schitterende scèneovergangen. Van een bungalowtje naar Sint-Niklaas naar het opstijgen der luchtballonnen tot terug bij het bungalowtje. Tot bij haar. Het onzichtbare uitstellen. De Alexandrijnse vlucht naar overdonderend Afrika. Naar dringender werk. In speelse stijl, verbeeldend, rijk, volks. Alle registers open!

Maar wat de auteur ook probeert, doorheen het ganse werk geeft “Zij” de subtiele regieaanwijzingen. De moeder-actrice, ster van het tafereel. De verhalen van gruwelijke aftakeling worden gelardeerd met sprankelende -alhoewel soms wrange- herinneringen. Aan leven, werk, omgeving, theatraliteit en figuranten van dienst. Steeds is het persoonlijk, pijnlijk zelfs, maar nooit verdringt dat de literatuur of wordt het opdringerig of genant. Waardig. Herkenbaar, maar stillistisch oppermachtig.

En de “Ik” lijkt meer dan ooit te beseffen dat hij zoveel van haar heeft (drama queen?). Misschien was dat nog de grootste confrontatie voor de schrijver (en reden van uitstel?). Het mag gerust ook een van zijn grootste, persoonlijke overwinningen heten.
Voor ons, lezers, mag alleen al het bestaan van dit relaas een literaire triomf heten. Blij dat Lanoye nog (zoveel) taal heeft.

Visuele ondersteuning? Continue reading Smaakvol, sprakeloos, adembenemend

Posted on Leave a comment

Het Springende Volk

Het Springende Volk bekwam zijn naam nadat het verlangen naar vliegen (via de inademing van lucht) leidde tot een onstopbare wil tot springen en rennen. En het verdiende onsterfelijkheid door de Spaanse conquistadores (alvorens met de noorderzon te verdwijnen) op te zadelen met volgende cryptische inscriptie:

U Zult Versteld Staan Van Onze Beweeglijkheid!

Bewegen. In beweging blijven. Beweeglijkheid. 50 Levensdoelen. 50 Reisdoelen. En dan moeten kiezen. Niet stilstaan. De aarde rond. GO-GO-GO! Je hebt 1 week. Vertrekken lastig? Het moet. Er moet een afscheid verwerkt worden. Een dood. 32k uitgedeeld worden. De mineur van een ineengeslagen smoel vergeten. Door beweeglijkheid!

Het zalige UZVSVOB (You Shall Know Our Velocity!) is een multiversum van innerlijke dialogen, niet-terugdraaibare herinneringen en bizarre ontmoetingen. (beginnende) Mannen op zoek. Een hoekig dagboek.

Eggers ten voeten uit. Zoals in zijn door een vergelijkbaar onmogelijk ogende afkorting kenmerkende debuut EHVVDG. UZVSVOB past alleszins helemaal in het uitmuntende McSweeney literarium.

Posted on Leave a comment

Definition of… User Stories

Over various projects I have applied a set of Agile practices from eXtreme Programming and Scrum. Adding personal insights to specifically handle fixed price (-negotiable scope) projects resulted in my My.Fragility framework.

The framework includes a Product Backlog Estimation model, for which the main estimation process steps were highlighted as part of my Definition Of Agile Planning. Furthermore does the model at least imply an understanding of my definition of a User Story:

A User Story describes a feature from an end-user perspective. It is independent of software layers or parts of the project

A User Story can be explained as an essential Use Case

A User Story should be INVEST to be ready for development

  • Independent: User Stories have as little interdependence as possible. Resolve it by putting related Stories in the same Sprint
  • Negotiable: a User Story is an invitation to discuss implementation. The best design and code result from communication!
  • Valuable: a User Story represents effective business value for an end-user
  • Estimatable: the size and knowledge on a User Story is sufficient to reliably estimate the Story
  • Small: a User Story is small enough to be estimated, developed and tested. It is comfortably realizable in one Sprint
  • Testable: a User Story has a clear result that can be tested