Jose Saramago – Man in Duplo (superschrijver, ook zonder leestekens, vaak over hulpeloze wezens die plots totaal buiten zichzelf groeien)
Bart Kouba – Vuur (wil het op reis eens lezen, ooit gratis gekregen van B. Anciaux, onlangs op iTunes de verzamelaar “His Master’s Noiz” gekocht van zijn vroegere band Ze Noiz, sentiment)
Marek Van der Jagt – Gstaad 95-98 (zie ook eerder, moet het nog kopen, pocket, is minder leuk. alhoewel recent ook in het verzameld werk, wel betaalbaar, maar een beetje te veel van het goede)
James Joyce – Ulysses (ooit terug opzij gelegd wegens te weinig concentratie en tijd aan gespendeerd)°
Paul Van Ostaijen – De Feesten Van Angst en Pijn (origineel veelkleurig handschrift, zoveelste herlezing)
Nadat ik een tijdje geleden het prijzenwinnende dwaalspoor Tirza van Arnon Grunberg heb gelezen (aanrader!), kreeg ik nu van mijn vrouw het demystificerende Sterker Dan De Waarheid (de geschiedenis van Marek van der Jagt) geschenk.
Ik verdenk haar ervan dat ze daarmee mijn zin om iets van deze alter-spookverschijning te lezen, bewust wilde aanwakkeren. Gelukt, zou ik zeggen. Op naar Gstaadt 95-98.
Qua mystificaties ben ik er trouwens ooit vierkant in gelopen om op basis van een interview met Emmanuel Lipp diens zogenaamd semi-autobiografische Chinchilla song te lezen, uitgedacht en geschreven in de cel . Deze heer bleek later echter in twee personen uiteen te vallen, namelijk Oscar van den Boogaard en vriend. Een stijlgelijkenis of -verschil viel mij niet op, eenvoudigweg omdat ik niet vertrouwd was (ben) met eerder werk. Dit werk van zijn mystificatie vond ik zeker degelijk.
En de hetze rond deze mystificatie(s)? Vermakelijk (en een beetje literair-claustrofobisch).
I have finally watched Control (on DVD). It was good, even great, but it didn’t fully live up to my expectations. It is not the story of a relationship with the band as background, although the movie is based on Deborah Curtis’ book Touching From A Distance, which I have read a couple of times. It is neither the story of Joy Division (gotta get “Joy Division” by Grant Gee). So I guess it just ends up somewhere in between, leaving me with this not fully satisfied feeling. I also grew into it, as during the second half it felt better. The feeling remains that it is somewhat overstyled and polished.
I did not feel the alienation, the pain, the fits, the distress, the inability to handle the success, the loss of… control, as in the book. Deborah shows Ian’s dreams were complete after releasing Transmission and Unknown Pleasures. Her pain of not being involved more by Joy Division’s entourage, e.g. when listening to Closer (too late). Never mentioning the name of her man’s mistress. How she hàd to divorce him (almost did).
One crucial scene I really missed is how Ian didn’t dare to hold his little daughter for what turned out to be one of the last pictures of him.
Overall it was worthwhile. Certainly the actors are astonishing. Check out the frightening resemblance with some original footage:
Wat bepaalt levenskwaliteit? Een vraag die opdook toen we geconfronteerd werden met Duchenne (hadden we niet bij Down).
Een mooie leidraad is het werk van Richard Dawkins. Indrukwekkend hoe hij de evolutietheorie uitdiept en menselijk gedrag/overleven verklaart vanuit de voortzettingsdrang van de genen. Maar hij toont deze drang aan binnen genenpoelen, het geheel van gelijkaardige genen over individuen en zelfs de stam heen. En de arme, menselijke organismen worden als onwetende vehikels gebruikt.
En hij heeft deze zelfzucht schitterend uitgebreid naar ‘ideeën’, de zogenaamde memen (cultuur, beschaving, zo je wil). De kunst van beschaving om de louter genetische machten te verrijken.
En zo vormt ons gezinnetje genetisch gezien een eiland in de tijd (voorlopig, hopen we eigenlijk wel, hoor). Maar memetisch kan (en zal) onze bijdrage gigantisch zijn. En ironisch genoeg allicht veel groter dan zonder Duchenne (of Down). Of hoe uit een kleine menselijke catastrofe (en dat blijft het, hoor, boven alles) toch kracht te putten…
In mijn verdere exploratie van ons jong literair geweld (zie ook gods eigen literatuur) heb ik me verleden week Lege Jurkenvan Christophe Vekeman aangeschaft. En ik heb het met veel enthousiasme en ongeduld gelezen. Even afwachtend in het begin, maar al snel meegezogen in de complexe, innerlijke gedachtenwereld van de aanstaande jonge vader Lester Brandeman. Onzeker als de pest, vervuld van onbestaande, vermeende en/of andere angsten, vaak weifelend op de grens van realiteit en verbeelding (ook ik als lezer). Het deed me meer dan eens denken aan de sfeer en de hoofdpersonages van menig Jeroen Brouwers-boek (en zeker aan de hallucinerende beklemmingen van Joris Ockeloen en het wachten). De claustrofobie, de gevangenschap in innerlijke dwangneuroses, maar toch met dat vleugje tragikomedie. Het werkt, misschien mede door enkele trefzekere cliffhangers, want ik werd bijwijlen behoorlijk meegesleept in de ontwikkelingen van het verhaal op zoek naar wat nu weer komen ging.
MAAR: een gigantische valse noot vormen de uithalen naar (het succes van) Dimitri Verhulst, diens levenskeuzes, levenswandel en verleden. TOTAAL ONNODIG, van geen enkele literaire meerwaarde, al te simplistisch. Jammer, jammer, jammer.
Maar kom, C. Vekeman verdient toch een plaatsje in ons literaire hart.
Als 200 schilders, dichters, romanciers en zo nog wat métiers in 1 persoon beslissen afscheid te nemen, dan past een beetje nederigheid. En een weekje om het te verwerken.
Ietwat amechtige rijmseltjes, puberale woordenknutsels, overevidente verwijzingen naar iets met ‘verdriet’ kunnen geen uitdrukking geven aan de slag die ik kreeg. Zelfs ik, want een echte fan wil ik me niet noemen. Daarvoor heb ik te eenzijdig en te beperkt verteerd. Oneindig bewonderaar wel van De Oostakkerse Gedichten (wat mooi ook in die facsimile) en nog wat poëzie (In Geval Van Nood, De Groeten, Zeezucht).
Het Verdriet Van België tenminste echt gelezen. Nog altijd van plan het dubbelluik Onvoltooid Verleden / De Geruchten te lezen. Maar ‘k ga ‘t pas kopen als de huidige ‘hype’ voorbij is… dat past wel.
Net Wladiwostok! van P.F. Thomése gelezen, en danig onder de indruk geraakt. Een groot gedeelte van het boek kabbelt lekker (mooie taal en stijl, daar niet van, genieten, prachtige beschouwingen over communicatie, perceptie en het -schijn-zijn van de politicus). Je maakt uitgebreid kennis met een koningmaker en zijn verhoopte koning. Ietwat pathetische figuren, beetje (okee, behoorlijk) oversekst, en zo nog wat upper class afwijkingen. En vooral: perceptie rules.
Maar dan (eindelijk, denk je na de aanvankelijke meewarigheid)… komen de barstjes, grote barstjes. En vanaf toen ben ik blijven lezen tot het boek uit was. Yeah, de koningmaker gerold door zijn koningin en de would-be koning terug naar af.
Extra vermeldenswaard vind ik toch de mooie stijlvorm voor weergave van de innerlijke denkwereld van de hoofdnarren.
Mag gerust wat prijzen winnen. Om te beginnen De Gouden Uil of zo….
In een amechtige poging om mee te zijn met de betere literaire, lokale lichtingen ben ik de voorbije jaren recentere werken beginnen lezen van o.a. Dimitri Verhulst, Stefan Brijs en Yves Pétry. Ook nog Abdelkader Benali nu ik eraan denk. Oh ja, en ook Grunberg. Over de anderen later, nu tijd voor de geweldige Yves Pétry, als reactie op het schandalig uitblijven van media-exposure en superlatieven.
Ik heb zo’n stramien om, als iets (boeken of muziek) me bevalt, vervolgens terug te gaan in de tijd (zie je ook evolutie in het werk, of soms net niet). Dus: begonnen met De Achterblijver (2006), dan De Laatste Woorden Van Leo Wekeman (2003, maar nu op de kop getikt in boekenmarkt De Markies) en momenteel aan het lezen in Gods Eigen Muziek (2001).
De Achterblijver is in ieder geval de max. De zalige stijl en overdadig-maar-niet-storende beeldspraak, de rijke taal, de organische opbouw, de wetenschapper-achtige figuren, hier en daar een fixatie op homosexualiteit, de anti-heldhaftige hoofdfiguren (toch steeds van vlees en bloed, lees: geloofwaardig geschetst) en de filosofische beschouwingen zijn in hetgeen ik tot op heden las telkens veelzijdig aanwezig. Stuk voor stuk aanraders, maar met De Achterblijver bereikt onze heer Petry toch een (voorlopig eerste?) hoogtepunt. De figuren, hun kleine en grote afwijkingen, de verhaalsprongen door de tijd, de langzame afglijding van Gram Goetleven, tegen een intrigerende achtergrond van ethiek vs. moderne wetenschapsbeleving (zie ook Brijs’ De Engelenmaker trouwens).
De achtergrond van kandidatuur wiskunde en het diploma wijsbegeerte verklaart een fractie, maar niet alles en zeker niet het schrijftalent.
Geweldig om te weten dat deze meneer geheel compromisloos en schaamteloos gaat voor grootsheid, voor literatuur, voor zijn plaats in de geschiedenis van onze letteren. Koop het, lees het, raak verslingerd, verdien hem!
After reading Ken Schwaber’s last book ‘The enterprise and Scrum’ and my recent change of employer, I’ve put the emphasis of my approach, my presentations and my framework on the process of Scrum more. The previous 4 years I have been practicing and promoting Scrum mainly from the combination with eXtreme Programming because my professional context was custom software development (mainly JavaEE).
At the same time I have more stressed the idea of ‘Value Driven Development’ (both in my -excel based- framework as well as in my introduction to Scrum). Reminds me of the fact that I should now include ‘sustainable pace’ as essential in Scrum as well, and not merely as an adoption from XP.
Weest welgekomen en viert (Valentijn). Leuk om te beginnen bloggen op de overgecommercialiseerde, geheel onnatuurlijke en gruwelijk opgedrongen ‘dag van de Liefde’. Maar hey, niks om ons druk over te maken. Right?
Toch maar lekker een mooie dichtbundel gekregen van mijn lieve vrouw (aka prettig georganiseerde chaos): “OMDAT” van Roger De Neef, uitgegeven bij Het Poëziecentrum en genomineerd geweest voor de Grote Prijs Herman De Coninck (etwas). Mij eerder geheel onbekend (maakt het leuk), maar even doorbladerd en ziet er veelbelovend uit.