Posted on Leave a comment

Het Koekjesmonster

Het eerste deel van de gelijknamige trilogie, Het Goddelijke Monster, was mijn eerste kennismaking met Tom Lanoye. Een bepaald indrukwekkende kennismaking. Katrien Deschryver schoot haar man dood. Het boek is compact en breed, grappig en triest, hilarisch (de verkeerdelijke moord alleen al) en bekrompen, typerend Vlaams en dus bijna on-Vlaams. Of mogen we de actieve rol van de doden magisch-realisme noemen op z’n Belgisch, van kleifiguren van eigen bodem? Het boek las ook onredelijk vlot. Meneer Lanoye moet onwaarschijnlijk veel tijd in die gezwinde leessnelheid gestoken hebben. Toen ik hem dat zei op de infame boekenbeurs herinner ik me trouwens dat hij me vroeg dat ook eens aan de recenserende pers te willen vertellen.

In deel II, Zwarte Tranen, had de auteur zich gegeven en laten gaan. Gaf hij ook grif toe in interviews. Katrien Deschryver ontsnapte uit haar cel. Ik vond het wel sterk, maar ik was regelmatig de weg en mijn concentratie kwijt door de breedsprakerigheid. En wat te veel realiteit?

Vooraleer ik deel III las was ik dan weer verplicht de eerste twee delen te herlezen. Ik ben namelijk een slechte onthouder van gelezen boeken. Best wel lastig. Katrien Deschryver schond haar aangezicht. Boze Tongen werd een prachtige afsluiter van de trilogie en situeer ik naar volume en kwaliteit tussen de beide andere delen. In ieder geval stond daarna de trilogie mooi te pronken in onze bibliotheek, dit vertelkundig epos van België. En daarmee sluit Lanoye aan in het rijtje fantastische België-in-een-tijdperk-boeken, waartoe ik Hugo Claus reken met Het Verdriet van België, Karel Van den Broeck met Brief aan Boudewijn, maar ook Erik Vlaminck met Het Schismatieke Schrijven.

Enkele jaren later echter diende zich een buitenkans aan, onder de vorm van de trilogie onder de vorm van een koekskesdoos. Nr. 801/999. Op de metalen boekblikken voorzijde blinkt onze zonne-auteur als een goddelijke koning. Deze doos is een pareltje van vormgeving, van het reliëf in het deksel (dat koninklijke logootje!) tot het innerlijk met de kalkpapieren afdekking en de bubbelfoam bescherming van de koekskes.  Zie je trouwens ook hoe intussen de omslag van deel I was aangepast naar eenvormigheid met de andere delen?

En nu speelt de goddelijke actrice Joke Devynck het monster in de gelijknamige TV-serie, omgeven door een beestachtig goede kliek aan acteurs die de komische verstikking en menselijke machteloosheid (hoe politiek machtig of zakencijferig gewichtig de figuren ook zijn) van de boeken erg goed weergeven. Met de donkere ondertoon van meneer Daan. Waarvoor dank. Maar ik ga geen boekuitgave kopen met een omslag van de TV-serie. Dank u. Het is wel goed zo. Geweest.

Posted on Leave a comment

Smaakvol, sprakeloos, adembenemend

Sprakeloos, de ode van Tom Lanoye aan zijn moeder (‘ouders’, vind ik eigenlijk), biedt veel. Meer. En nog meer. Woorden. Het geschreven bewijs dat minder… mìnder is.
Ik heb gelachen en gehuild, maar steeds intens genoten. Van de wilde, rijke taal. Van veel woorden en toch niets teveel. Van een auteur die niets meer te weinig wil zeggen.

In “Hij” wordt de moeizame ontstaansgeschiedenis van dit werk (roman?) geschetst. Met een gelouterd gevoel voor zelfspot. In schitterende scèneovergangen. Van een bungalowtje naar Sint-Niklaas naar het opstijgen der luchtballonnen tot terug bij het bungalowtje. Tot bij haar. Het onzichtbare uitstellen. De Alexandrijnse vlucht naar overdonderend Afrika. Naar dringender werk. In speelse stijl, verbeeldend, rijk, volks. Alle registers open!

Maar wat de auteur ook probeert, doorheen het ganse werk geeft “Zij” de subtiele regieaanwijzingen. De moeder-actrice, ster van het tafereel. De verhalen van gruwelijke aftakeling worden gelardeerd met sprankelende -alhoewel soms wrange- herinneringen. Aan leven, werk, omgeving, theatraliteit en figuranten van dienst. Steeds is het persoonlijk, pijnlijk zelfs, maar nooit verdringt dat de literatuur of wordt het opdringerig of genant. Waardig. Herkenbaar, maar stillistisch oppermachtig.

En de “Ik” lijkt meer dan ooit te beseffen dat hij zoveel van haar heeft (drama queen?). Misschien was dat nog de grootste confrontatie voor de schrijver (en reden van uitstel?). Het mag gerust ook een van zijn grootste, persoonlijke overwinningen heten.
Voor ons, lezers, mag alleen al het bestaan van dit relaas een literaire triomf heten. Blij dat Lanoye nog (zoveel) taal heeft.

Visuele ondersteuning? Continue reading Smaakvol, sprakeloos, adembenemend