Ik herlees niet vaak (genoeg) een boek. Stapels ongelezen spul. Gelukkig genoeg lees ik nog veel minder vaak een boek niet uit. Heiligschennis.
Ik las de Helaasheid Der Dingen van Dimitri Verhulst bij verschijning begin 2006. En heb het herlezen bij aanschaf van de verfilming op DVD.
In een reeks miniaturen portretteert Verhulst een familie. De schrijver bootst een wereld na en creëert literaire personages (complex, artistiek, ingewikkeld) waardoor de reële familie hem ontvalt. Achtergelatenen. Een duidelijk geval van overstijging en ontgroeiing. Want Verhulst denigreert, veroordeelt noch verheerlijkt in zijn licht-naturalistische schets met tinten van tederheid, begrip en liefde. Jammer van de overmatige focus op en compleet oninteressante vraag naar het zogenaamd autobiografische.
Spelen mee: Potrel (meer broer dan nonkel), ikke (ook wel: Kleine -met hoofdletter!-; soms Dimmetrieken), Meetje (grootmoeder), de Pie (mijn vader, ook wel: Pierre), nonkel Zwaren, nonkel Herman en Roy Orbison. Wij. De Verhulsten.
In: Tante Rosie komt van Brussel naar huis, naar Reetveerdegem. En doet ons schaamte kennen. Terwijl nichtje Sylvie André-met-de-schijtzak leert kennen (wat, haar vader?) en met haar eerste pintje de dwergen aftroeft. Het wonder is geschied. Mijn pruim is nat en ‘t regent niet. Tot Oncle Robert de voormalige godin aan haar haren huiswaarts sleurt.
Van Palmier, een oude heks die stonk naar vis, hadden we schrik. Maar van haar hond nog meer, zeker nadat we haar puppies in een ton verzopen. En niemand weet waar dat wraakzuchtig beest rondhangt.
Mijn vader werd knap tweede in de wedstrijd naaktfietsen van Omer van de Liars Pub. Een jaar later wint onzen Herman bij Omer het wereldrecord zuipen. En rijdt zichzelf en een stel gangsters in een ‘comateuze toestand’. Wat ene politiesnotter aan Meetje niet uitgelegd krijgt in ‘t midden van de nacht. Maar Herman krijgt toch lekker een medaille.