Posted on Leave a comment

De tocht van een olifant

Op bezoek in Salzburg (zoals verwoord in het voorwoord) ontdekte José Saramago een reeks figuurtjes die een tocht voorstelden, een tocht die in 1551 aanving in Portugal, thuisland van. Prikkels genoeg voor wat opzoekwerk en de roman De Tocht Van Een Olifant.

Het is het verhaal van de olifant Salomon en zijn begeleider (‘kornak’) Subhro, later ook gekend als Soliman en (in godsnaam) … Fritz. Zij worden door de Portugese koning Jan III, en zijn echtgenote Catharina van Oostenrijk, aan neef Maximiliaan geschonken, schoonzoon van keizer Karel V. Niet onbelangrijk qua relatie, zeker niet als je het gevoel hebt nog iets goed te moeten maken qua geschenk van 5 jaar eerder. En toch nog een Indische olifant op overschot hebt staan. Waardoor zij bedoelde tocht moeten ondernemen, van een afgelegen Portugees gehucht over stenige, katholieke wegen naar de grens met Spanje, en verder naar Valladolid, en weer op weg naar Wenen, over zee en door de bergen.

De Tocht Van Een Olifant heeft de nodige kenmerken van een gedegen Saramago: de lichte spot, de punctuaties en ietwat apart (!) gebruik van hoofdletters en andere leestekens, de schrijver die doorheen het geschrijf zijn overpeinzingen met de lezer deelt (en in dit geval ook deelachtig maakt aan het verrichte opzoekwerk), het zachte pessimisme. Het beschrijft met veel humor de hogere klassen, de beslissingen (meestal in bed) van koninklijke oorsprong, de protserige hofhouding van een koninklijk hof, het gepaai en gedraai, de militaire scherpslijperij.

Maar in vergelijking met de andere werken van Saramago, zij het de historische verdraaiingen of de modernistische ontsporingen (de 2 grote lijnen in zijn oeuvre), mist het spanning, reliëf, een ontknoping. Heel even hield ik mijn hart vast, bij de ontmoeting van de 2 militaire cohortes in Figueira de Castelo Rodrigo. En aangrijpend wordt het pas echt, maar even maar, waar de tocht door de sneeuw moet.

Leave a Reply