Posted on Leave a comment

Een ezel en een aap op een 20e-eeuwse overhemd

Yann Martel begint ook de opvolger van het machtige Leven Van Pi met een schrijver in twijfel. Een schrijver die de opvolger van zijn vorig boek, een eclatant succes, afgewezen ziet door een comité beterweteraars van uitgeverszijde. Weg ambitie van een roman+essay dubbelboek (dubbel begin, geen einde). Het begin van een vlucht naar een vreemde stad naar het einde in een dierenfabel, en een geschokte lezer in verwarring.

Centraal staat een twintigste-eeuwse beul die hoopt op een verlossing van middel-eeuwse allure door de verdierlijking van de afgeslachte en gemartelde medemens naar het voorbeeld van Julianus de Gastvrije. Met de gevluchte successchrijver in de rol van hedendaagse Flaubert wil de beul zich vrijspreken mits een beklemmend toneelstuk. Maar zijn ziel raakt niet getaxidermeerd omdat de zoekgeraakte schrijver net op tijd het mes ziet. Net voor de poorten van het Goddelijke Koninkrijk, zeg maar. Maar lang na De Verschrikkingen.

Oh ja, de titel is Beatrice en Vergilius. Een ezel en een aap op een gestreept hemd als bühne. Een meerlagig werk dat van De Goddelijke Komedie over de grenzen van autobiografie en fictie naar de holocaust grijpt. Door de ogen van een schrijver die het, na een ongelooflijk succesboek, even niet meer weet. Maar een bizar stukje fictie schrijft. Spelletjes Voor Gustav is geen essay, geen verhaal, geen gedicht en zeker geen dubbelboek. Een pil die je slikt om je geheugen niet te wissen (Spel Twaalf).

Spel Negen: Na afloop, als het allemaal voorbij is, kom je God tegen.
Wat zeg je tegen God?

Posted on Leave a comment

Het leven gelezen (van Pi)

yann-martel-het-leven-van-piWat een prachtig lees-boek, dit prijsbeest van de Canadese schrijver Yann Martel. Al die jaren (sinds de Man Booker prize 2002) riep het me, prikkelde me, kietelde mijn nieuwsgierigheid te kunnen weten hoe een boek, wat een verhaal kan zijn over niet meer dan de overleving van een jongen en een (Bengaalse) tijger, een bevreemdend samen-leven op een verloren zee, verloren op een zee, op weg naar redding?

De start kan nauwelijks sterker, met het autobiografische dwaalspoor dat vloeiend doorloopt naar de roman. Waar eindigt-begint het ene-andere?

Daarna voelde het wat onwennig, de voorafgang aan de reis, de geboorte van een multireligieuze jongeman (pathetisch èn hilarisch), verhalen van een dierentuin, de basis voor het blijvende mengsel van godsdienst en biologie (guru vs. leraar), de gewording van een zwembad naar een wiskundig getal. Maar je begrijpt, daar begint het, Het Leven Van Pi. En, alhoewel ik er nooit was, voelt het als het echte India. En zelfs als dat niet zo is, bewijst dat niet des te meer de kracht van een goed… verhaal?

Kan dat de essentie van een boek zijn? Hoe het verhaal erin waar kan zijn, of ook weer niet. Realiteit kan zijn, meer dan realiteit, boven de realiteit staan, de realiteit degradeert tot eeuwig saaie alledaagsheid?

En dan, éénmaal op zee, alleen, met de dieren, met een dier, wow, daar gaat het verhaal met je aan de haal. De zee in geuren en kleuren, storm, wind en water, het overleven in geuren en kleuren -ook wel volgens het boekje-, de gedwongen transformatie van een vegetariër. Schitterend gebracht, verhaald, in voortdurend wisselend perspectief. Wie redt in godsnaam toch een tijger uit het water? Een dodelijk monster van 200kg, allesbehalve vegetariër… Om te overleven misschien?

Mij rest, na een beklijvend boek, nog de vraag of de schrijver misschien de enige, echte tijger is? Het schrijven van een boek als een overlevingsstrijd (tegen de eenzaamheid en andere waterelementen)? Een overwinning op de autobiografische alledaagsheid?

Geloof vooral wat je zelf wil!