Posted on Leave a comment

Blogbericht van een would-be schrijver die het gewoon werd niet gelezen te worden

Met Monoloog Van Iemand Die Het Gewoon Werd Tegen Zichzelf Te Praten schreef Dimitri Verhulst een roman met een ongewoon lange titel voor een al bij al korte tekst zodat we dit genoegzaam een novelle noemen. Nu, ik ken schrijfsels van vergelijkbare lengte en beperkte complexiteit die we ook ‘roman’ noemen, wat het onbelang van de definitie aangeeft. Tenzij schrijver en uitgever zich om welke reden dan ook beschermd weten door de woordkeuze voor ‘novelle’. In ieder geval, het maakt dit werk(je) daarom niet minder boeiend.

Ik meen me te herinneren dat dhr. Verhulst graag een toerke doet met de fiets, en niet gewoon om naar de bakker te rijden maar op het niveau van de echte wielerliefhebbende toerist. Het weerhoudt hem er gelukkig niet van om in deze monoloog niet de beroemde coureur centraal te stellen, maar de eigendom van de monoloog aan de Senegalese lichtekooi Seynabou te schenken. Zij is de laatste persoon op deze aardkloot die de wielrenner Jens De Gendt in leven zag (mocht hij echt bestaan hebben, dan zouden we hem misschien Frank Vandenbroucke noemen, of zo, ik zeg maar wat). Zij vindt overigens zelf ‘gazelle’ een elegantere omschrijving voor haar beroepsbezigheden, alhoewel het dat soort trots is die haar belet een officiële en legitimerende gezondheidskaart aan te schaffen.

De schrijver demonstreert dat zijn inlevingsvermogen al even flexibel is als zijn taal en moeiteloos het semi-autobiografische waar veel van zijn bekendheid mee verworven werd, overstijgt. Nu, lezers die wat vertrouwder zijn met zijn totaaloeuvre horen dit al langer te weten, natuurlijk. Met veel zin voor humor, hier en daar aangevuld met een beetje cynisme om het godenkind van de tweewieler met de voetjes op onze grond te krijgen, laat hij de gazelle de omstandigheden beschrijven waarin zij de -naar eigen zeggen- beroemde wielrenner ontmoet in een discotheek. En vervolgens vernemen we hoe zij de laatste avond en nacht van Jens beleeft, hoe zijn oprechte affectie en verontwaardiging om onrecht omslaat in nukkig schoolkindgedrag. Het is erg ontnuchterend om vanuit haar perspectief het circus rond de dood teruggevonden wielrenner beschreven te zien, diagnoses en herziene diagnoses incluis. En te vernemen wat de simpele waarheid is rond de verdwenen gsm en de vermiste geldsom van de meneer die toch wel 150.000 keer teruggevonden kan worden via Google (ik checkte net en stel vast dat het toch al teruggelopen is tot 54.600 zoekresultaten). Een geluk voor haar is dat het eten in de cel van behoorlijke kwaliteit blijkt. Wat minder leuk is dat er even, heel even maar, één nacht, hoop was op redding, op een echt zwembad. Ik vermoed dat het haar niet meer zal overkomen.