Enige (vele) jaren geleden kreeg ik krantgewijs een verwijzing aangereikt naar het boek At Swim-Two-Birds van Flann O’Brien, een land- en halve tijdsgenoot van James Joyce. Daarbij werd dit als van vergelijkbare allure en branie omschreven als het werk van die rondtrekkende leraar Engels. En dat trok me aan. Dus schafte ik me het boek aan, ‘en Anglais’ weliswaar. En bleef het me vervolgens regelmatig aanlokkelijk toelachen vanuit onze boekenkast met meer on- dan gelezen werk (bepaald belangrijke kennis volgens Taled in de onzekere wereld van De Zwarte Zwaan).
Tijdens de zomer van 2011 vond ik het boek echter in een recente (2010), Nederlandstalige (her)uitgave van Atlas in boekhandel Selexyz Broese in Utrecht. Complimenten! En ging ik op vakantie eindelijk ook aan het lezen. Was ik eerder dan toch afgeschrikt door de indruk van hermetiek in combinatie met het Engels?
Weerspiegelingen
Flann O’Brien was een pseudoniem van Brian O’Nolan. Op Twee-Vogel-Wad was zijn debuut, en kreeg complimenten van Joyce (kende die dat?) terwijl diens moderne klassieken (at the time) tevens inspiratie waren voor O’Brien. Men zegt dat het de laatste roman (van een andere schrijver) was die Joyce ooit las.
Dit romanwerk is een complexe kaleidoscoop van aantekeningen, verhalen, uitreksels en allerhande over een student die meer zijn bed ziet dan de aula maar wel een boek schrijft. Het manuscript waaraan deze student en aspirant-schrijver werkt gaat over… een schrijver die een boek schrijft. De student deelt zijn manuscript, en zijn ideeën, met studenten en andere kringen. Hij vult het eigenlijke verhaal aan met mijmeringen, dagboekachtige aantekeningen en encyclopedische lijstjes en opsommingen, nietszeggende dialogen ook. Die hij niet zelden in de monden van zijn personages legt. Het werk is doorspekt met Ierse mythologie (O’Nolan was er expert in). Maar ook Ierse far-west verhalen krijgen hun plaats in de gestructureerde wirwar. En personages worden geput, zoals het hoort volgens romanpersonage en schrijver Tracy, uit een standaard voorraad van literaire personages, zodat deze niet telkens opnieuw moeten beschreven en gekend worden.
Afspiegelingen
De plaats “Twee-Vogel-Wad” is een watertje ergens aan de Shannon waar tot waanzin gedreven koningen in gevederde gedaante (Sweeney in dit geval) graag vertoeven. Dat verhaalt de oud-Ierse heldenreus Finn Mac Cool, verzonnen figuur uit groen gebonden boeken, specialisme van de schrijver in het boek.
Nog andere personages van het boek-in-het-boek gaan met het verhaal aan de haal, in een mengeling van werkelijkheden en tijdperken. Ze maken gebruik van de slaap van hun scheppende auteur om in het verzet te komen tegen de hun verhaalmatig opgelegde natuur. Ze leggen ongeoorloofde bezoekjes af, vertellen prachtige verhalen en voeren ongeschreven dialogen.
De afkeer van de personages tegenover hun schrijver culmineert in een… manuscript. Dit manuscript wordt geschreven door de boekenzoon van de schrijver. Trellis vs. Trellis als het ware. Deze schrijver werd, net als mr. Furriskey, geboren op de gezegende leeftijd van 25. Ondanks die gevorderde geboorteleeftijd is hij onbezoedeld, tenzij met het schrijverstalent van vaderlief. Maar zijn gevorderd schrijverstalent leidt bij de andere personages tot de afweging dat de betere letteren ook wel té beter kunnen zijn, en dus moet een tweede versie van het manuscript gemaakt worden. (ps. In de figuur van Jem Casey, werkmansdichter, werd dergelijke afweging ook al gemaakt.) De afweging leidt tot de conclusie dat lekker snelle moordzucht beter verteert. Een goede, doch aannemelijke plot, asjeblieft, en niet al dat overdreven gedoe. Alsof de tijd sinds 1939 (toen dit boek werd gepubliceerd) heeft stilgestaan, niet?
In elk geval, in volgende versies ontwikkelt zich een herhaling van wat koning Sweeney (Mad Sweeney, Buile Shuibhne) overkwam in de mythische vertelling door Finn Mac Cool, reus, held en oudheidkundige poëet. Wordt de oude Trellis, de verguisde schrijver die in slaap wordt gehouden ter voltrekking van de wraak van de personages, op die manier de tweede bezoeker van twee-vogel-wad? Of worden de uitgangspunten, hoog en laag, verenigd in het kwellende ingrijpen van de duivelse Pooka MacPhellimey? Een vertelling zo grotesk als de oude verhalen wordt verplaatst naar de nieuwe wereld, een wereldse wereld.
Bespiegelingen
Een boek kan meerdere, gelijkwaardige beginnen kennen. De auteur schenkt er ons in Op Twee-Vogel-Wad zomaar eventjes 3:
- De Pooka MacPhellimey in zijn hut in het bos,
- De geboorte van Furriskey,
- De legendarische Finn Mac Cool met zijn verhalen.
Een boek kan aldus nog veel meer eindes kennen, die er van afhangen hoe de verhalen volgend op de veelvoudige beginnen verlopen en verstrengeld raken. Dat weet enkel de schrijver. Of in dit geval, het meervoud aan schrijvers. Zij maken het proces, niet een jury van door hen geschapen personages.
Op Twee-Vogel-Wad is doorspekt met nog meer bespiegelingen over literatuur, vanuit het perspectief van de verschillende boekschrijfpogingen die door elkaar vloeien. Het nieuwe Ierland en zijn oude mythologie komen tesamen aan bod in een -letterlijk- fantastische mengeling van stijlen en stemmen, hoog en laag, modern en oud. En O’Brien beheerst ze moeiteloos, wat behoorlijk indrukwekkend is voor wat een debuut was.
Het resultaat is een web van nonchalante satire uit 1939 dat bij mijn lezing zo’n slordige 72 jaar later bijzonder tijdloos bleek. Lichtvoetig, alhoewel van modernistisch deconstructivistische aard. Meerstemmig. Een labyrint van mythologische allures. En er zou een verfilming op komst zijn, door de volhardendheid van Brendon Gleeson die het scenario-adaptatieproces als een marteling omschreef.
ἐξίσταται γὰρ πάντ’ ἀπ’ ἀλλήλων δίχα – existatai gar pant’ ap’ allêlôn dikha – for all things change, making way for each other – want alle dingen veranderen, om plaats te maken voor elkaar