Posted on Leave a comment

Suikerspin (kleverig opgewonden intriges)

erik-vlaminckIk kwam Erik Vlaminck in mijn leesleven al tegen als de auteur van de 6-delige familieschets, Het Schismatieke Schrijven. En zijn verschijning in Iets Met Boeken (Samen met Arthur Japin) werd de ultieme aansporing om eindelijk diens nieuwste, Suikerspin, te lezen.

Enfin, waar TV af en toe dus goed voor kan zijn.

erik-vlaminck-suikerspinDoorheen de ontrafeling van een familiegeschiedenis kijk je naar de ontrafeling van een milieu, een inkijk in de wereld en de geschiedenis van de kermis en zijn ‘forains’. Over een kermisleven als een Kinderdroom, een (voormalige) topattractie. Over ‘fenomenen’ zoals zwarte zeemonsters, baardvrouwen, dwergen, een siamese tweeling. Over Jean-Baptist en Anna (van Henri), de generaties Albert, Arthur en Tony (Eigenlijk Antoine, want ‘t moest met een “A” beginnen om de autobus niet te moeten overschilderen).

De opbouw en afwikkeling is een literaire detective waardig. Niet om te ontdekken ‘whodunit’, maar om gaandeweg te vernemen wie, waar en wanneer welke rol had in die kermisgeneraties. De sprongen heen en weer door de tijd (maar uiteindelijk toch van Coppi naar Merckx naar Boonen) zorgen dat uiteindelijk  geen geheim meer overeind blijft (voor de lezer althans). Tot in de laatste paragrafen, zinnen, woorden, klanken worden puzzelstukjes van onder de mat gehaald om hun rechtmatige plaats in de totaalgeschiedenis te krijgen. In die schitterende, volkse taalvorm. Veel gezever en wijven zijn crapuleuze serpenten. En Tony zijn Hollandse pothoer, en de wulpsheid in haar hete lijf.

Naar mijn mening is dit pareltje van Erik Vlaminck nog beter dan de verhaling van zijn persoonlijke, schismatieke familiegeschiedenis. Waar je door de ontrafeling van zijn persoonlijke familiegeschiedenis deelachtig wordt aan de ontrafeling van een regio, een land. Schets van Vlaanderen, van België. Voeg dat gerust toe aan Claus, Lanoye en Van den Broeck, die telkens andere facetten en tijdperken belichtten.

1999 In onze boekenwinkel (toen in Diest) komt een ietwat slungelig figuur ietwat gecrispeerd vragen waarom zijn boek niet in de winkel ligt, of we daar nog niet van gehoord hebben, dat het over Diest gaat, enz. Van een echt gesprek was geen sprake. Laat staan dat we wisten wie Erik Vlaminck was. Terecht, weet ik intussen, was hij misnoegd.

Nu ook op de longlist van de Libris! Omdat deze schrijver, met zijn unieke stem als chroniquer van levensverhalen niet meer over het hoofd kan gezien worden. Mochten wij nog een winkel hebben, amai, ik wist het wel.

Noot bij al dat opgezochte werk: kunnen schrijvers niet gewoon hun fantasie gebruiken om hun boeken te schrijven? Nooit geweten dat daar papieren van de burgerlijke stand voor nodig waren.

Leave a Reply