Posted on 1 Comment

Donderdag 17 April

17 April 2014 was een donderdag. Het herinnerde me aan een andere 17 april die ook een donderdag was, namelijk die van 1986.

Het leek een gewone dag te worden, een gewone schooldag van een 16-jarige middelbare-schoolleerling. Met de fiets reed ik ‘s morgens naar school, een afstand van zo’n 20 kilometer, samen met enkele vrienden die onderweg aanhaakten. Die bewuste dag echter liep het anders. Zoals steeds wilde we een bepaalde weg oversteken, niet zo ver na een bocht. Net nadat ik begon over te steken, kwam er een wagen door diezelfde bocht en ik bleef quasi verlamd staan. Om vervolgens vol aangereden te worden. Ik werd met mijn hoofd tegen de voorruit geslingerd en met mijn schouder nog zo’n 17 meter meegesleurd aan de zijspiegel vooraleer de auto tot stilstand kwam.

Het moet vooral vreselijk geweest zijn voor mijn 2 schoolgenoten, die het voor zich zagen gebeuren. Ik kan zelf alleen maar reproduceren wat me later verteld is, want mijn geheugen aan deze gebeurtenis is gewist. Het zwart gat in mijn herinneringen neemt zelfs een aanvang op de ochtend van deze 17 april 1986. Ik weet zelfs niet meer dat ik ben opgestaan die dag, wel dat ik de dag ervoor ben gaan slapen. Mijn geheugen is pas 2 weken later begonnen opnieuw herinneringen op te bouwen.

Met de ziekenwagen word ik naar een ziekenhuis gevoerd maar onmiddellijk met de MUG naar een Academisch Ziekenhuis doorgestuurd. Daar worden mijn ouders ontvangen met de voorzichtige boodschap om vooral geen hoop te hebben. Ik besef het niet want ik lig op intensieve zorgen aan de nodige apparatuur, draden en buisjes. Ik bevind me in een diepe coma, het resultaat van de klap op mijn hoofd en de druk die mijn ingedrukte schedel op mijn hersenen heeft gemaakt.

Vrijdagochtend, 24 uur later. Net voor de beslissing om tot een schedelboring over te gaan, open ik even de ogen. De schedelboring gaat niet door. Nog 2 weken in coma volgen, en in totaal 6 weken ziekenhuis. Mijn sleutelbeen is gebroken. Maar dat is peanuts in vergelijking met de dubbele open beenbreuk, waardoor in mijn linkerbeen een plaat wordt aangebracht om het los gedeelte op zijn plaats te houden.

Mijn schooljaar is voorbij. Dat heeft als voordeel dat ik het WK 86, waar de Rode Duivels zo geweldig presteren, volledig kan volgen, nachtwedstrijden inbegrepen. Het nadeel is dat ik in theorie niet gerechtigd ben om over te gaan naar het 5e jaar. Ik ben tot vandaag mijn leerkrachten oneindig dankbaar dat ze bij het ministerie gedaan kregen dat zij hierover mochten beslissen. Vanaf september ging ik terug met de fiets. Naar het 5e jaar. Stappen was geen probleem, maar rennen lukte eerder dan een jaar later, toen de metalen plaat terug uit mijn been werd gehaald.

Sommigen zullen vermoeden dat deze dag, 17 april 1986, en mijn fietsaccident, het begin van mijn krankzinnigheid was. Ik ontken formeel. Ik was ook daarvoor al geweldig gek. En ik ben als anarchist geboren. 28 Jaar na de feiten sta ik meer dan ooit op dit standpunt. Het nodige geluk was er wel mee gemoeid, want de kansen om er zo onbeschadigd uit te komen waren eigenlijk nihil.

1 thought on “Donderdag 17 April

  1. Ik zou zeggen het heeft je ook in positieve zin gevormd, want je bent gaan vechten en neemt nog steeds geen genoegen met gemiddeld.
    Mi valt dat niet onder gek :-)

Leave a Reply to GemmaCancel reply