Standvastigheid moeten we bewonderen. Aanmoedigen zelfs!
Maar als standvastigheid verwordt tot een vreemdsoortige koppigheid die niet meer toestaat om op inhoudelijke vragen iets te verzinnen dat niet vergeven is van onfeitelijkheid, wel vol van feitelijke twijfel is, genre ‘Euh, maar ja, kijk, euh, ja zeg, het is nu eenmaal zo beslist’ (want ik heb de macht en vind het beter zo) -zeker indien het politieke bestuurslui betreft-, dan moeten we ons zorgen maken. Want…
- dan bouwt men bruggen waar niets te overbruggen valt volgens plannen waarvan zelfs de plannenmakers niet meer zeker zijn
- dan ontruimt men dorpen zonder te weten wat aan te vangen met het vrijgekomen gebied (als we nu eens een dok bouwen of zo?)
- dan elimineert men ministers die verkiezingen redden maar ook, hoe vies, een maatschappelijk breed ondersteunde visie hebben