Posted on Leave a comment

Hoe tot een Bankroet te komen

In de nadagen van zijn Berlijnse periode begon Paul Van Ostaijen te werken aan een filmscript. Hij werkte De Bankroet Jazz (waarschijnlijk) voorjaar 1921 af toen hij, na zijn terugkeer naar Antwerpen, ondergedoken zat bij zijn vriend, de beeldhouwer Oskar Jespers.
In 2009 worden de beide gekende versies van het script in een prachtige facsimile uitgegeven door Uitgeverij Ijzer. Het boek krijgt daarenboven een DVD mee met niet enkel de verfilming door Frank Herrebout en Roxy Movies, maar ook een documentaire en bonusmateriaal.

In de documentaire schetsen in hoofdzaak Geert Buelens en Marc Reynebeau, maar met een hoogst interessante, historische nevenrol voor rijksarchivaris Luc Vandeweyer, beeldrijk de levensloop van Paul Van Ostaijen en hoe het nagelaten dadaïstische filmscript daar in past.

Het gaat vrij snel naar zijn nederlandstalige schoolloperij, wat al vrij uitzonderlijk is en leidt tot een rebels flamingantisme. Het eindigt bij de verrassende onthulling dat onze aktivistische jongeling voorbestemd was de rang van kapitein-adjudant op te nemen bij de op te richten Vlaamse Militie/Rijkswacht, getekend Borms. Zou het uniform gepast hebben? In tussentijd had de dichtende klerk een celstraf opgelopen door een ‘grap’ van zijn Vlaamsche Vriendjes, eenzaam geroep tegen de gehate superieur kardinaal Mercier. En zijn eersteling, Music-Hall, was opgevallen door de vernieuwende stedelijke thematiek.

Met het einde van de eerste wereldoorlog in zicht vertrekken Paul en geliefde Emma Clément naar Berlijn. Daar beleven ze live, in real-time, het einde van het keizerrijk. Zien ze hoe onder hun raam Noske, de steeds rechtsere sociaal-democraat, de volksopstand bloedig in de kiem laat smoren. Op de stoep van het rovershol waar Paul met zijn Emmeke, ondertussen ook al de schoonste van Berlijn, verblijft. Waar schijnbaar een louche piloot, Goehringer genaamd, in duistere zaakjes handelt.

Berooid en beroofd van liefde, idealen en romantiek keert Van Ostaijen terug naar huis. Daar werkt hij verder aan het filmscript dat wel een afrekening lijkt met zijn leven so far. Een signaal dat het humanistisch expressionisme van zijn tweede bundel Het Sienjaal passé is. Eat your heart out, Wies Moens. Het script lijkt ook sterk op de nieuwe prozaliefde die Van Ostaijen in Berlijn omarmde, de groteske.

Maar Van Ostaijen verwerkt er dadaïstisch-pamflettair ook reclameteksten en -beelden in, productnamen, affiches. Het straatbeeld van Berlijn. In een ontpersoonlijkte vorm geeft het de opstand van de dans weer. Iedereen doet mee! Alle landen. Tot ook de jazz en de dada zich bekeren tot het burgerlijk cynisme van het geld, het kapitalisme. Waardeloze staatsbonnen en verdwijnende regeringen zijn het gevolg, waardoor clowneske Chaplin de zaken -tevergeefs- overneemt.

In zijn tijd aantoonbaar onverfilmbaar werd het script tot leven gebracht in een collagefilm. Zeer arbeidsintensieve research doorheen het filmmuseumarchief resulteerde in de assemblage van vaak gefragmenteerde fragmenten van paapse censuur. Leuk weetje dat de dood van Wagner de geboorte van de Jazz inluidt. Dada matinées. Maar laat wat mij betreft vooral duidelijk zijn dat Van Ostaijen stromingen op zich oversteeg, surrealisme, dadaïsme, futurisme, expressionisme. En hij leek over een zeker voorspellingsvermogen te beschikken (zie inflatie). De exploratie van jazz en de roots ervan is net iets te uitgebreid om te blijven boeien. En dat om toch maar te kunnen aantonen waarom onze geliefkoosde dandy er zo gek van was. Zeitgeist? Iemand?

Mijn dank aan alle makers voor boek, beeld en toelichting. Bijzonder verrijkend.

Leave a Reply