Posted on Leave a comment

Geen Verlosser, Geen Verlossing

In De Intrede Van Christus In Brussel brengt Dimitri Verhulst het verhaal van de Verlosser die komt, Hemzelve, naar Brussel nog wel. En Verhulst meent het. Want het was op ‘t nieuws. Alhoewel dat niet wegneemt dat het weer belangrijker is (geen regen voor een keer). Of eigentijdse beschouwingen over ‘t hedendaagse van de lokale wereld waarnaar Hij afdalen zal. De ik-verteller deelt met ons zijn messcherpe analyse van den Belgiek, 2- of meertaligheid, Maria die vereerd wordt waar ze verschijnt (en dat is meer dan je denken zou); de futiliteit van een koe in Brussel tegenover de nalatige en misbruikende kerk (jawel, die van Hem). En de bredere geschiedenis, die van die godverdomse bol, doet de verteller beseffen deel te zijn van een verloren generatie. Maar kijk, geleidelijk overwinnen hij en de bevolking hun apathie en beginnen te beseffen; de intrede van Christus staat gepland voor den eenentwintigste juli. De nationale feestdag. En het gaat door.

De aankondiging van de Komst valt samen met de komst van de jaarlijkse kermis, en de stad beleeft een ingrijpende renaissance. De stad herleeft, en herkleurt in het aanschijn van de verschijning van de Almachtige. Toeschouwers maken zich klaar, een organisatiecomité organiseert, een route dient uitgestippeld, een welkomstwoord geschreven. Om taalkundige redenen (kennis van het Aramees) zal de Godenzoon begeleid moeten worden door het soort uitgestotene waar Hij een zwak voor heeft, een asielzoekster, meisje nog, kind nog.

In zijn rijke en zinnelijke taal, doordrenkt van cynisme weliswaar, dissecteert Dimitri Verhulst de wereld, de maatschappij, die Hij bezoeken zal. In één gulzige teug heb ik me gelaafd aan de woorden- en gedachtenstroom van Verhulst, dit boek in 14 goddelijke doch bangelijk groteske staties. Ik was blij dat de ‘ik’ geen uitstaans heeft met de levende Verhulst zelve, want dat is de reden waarom ik me zijn De Laatste Liefde Van Mijn Moeder niet aanschafte. Dat was trouwens de enige niet-aanschaffing in een hele reeks, een reeks waar dhr Verhulst bij aanschaf van deze intrede erg geniepig de novelle Monoloog Van Iemand Die Het Gewoon Werd Tegen Zichzelf Te Praten aan toegevoegd bleek te hebben begin 2011. Geniepig, want zonder dat ik het wist.

In De Intrede Van Christus In Brussel verzamelt de dolle mensenzee van Ensor zich tussen de terloopse bespiegelingen van de ‘ik’ over media, gerecht, vluchtigheid, stakingen, regeringsvormingen en regeringsvormen, of futiliteiten als de onverwachte kennismaking met een buurman, de onverwachte biecht van een moord ook. Het wordt een optocht van flagellerende zondaars, onbeantwoorde wanhoopsdaden van godsvrezenden. Met zijn fantasie en zijn pen is dhr. Dimitri Verhulst niet te schijterig om als schrijvende god een bevlogen maatschappijsatire te produceren en zo een volgend klein meesterwerk aan zijn reeds indrukwekkende lijst schrijfsels toe te voegen.

Leave a Reply